instagram57facebook 

GERARD VON BRUCKEN FOCK

Stadsgedicht #13 n.a.v. project ‘Het vergeten dubbeltalent"

GERARD VON BRUCKEN FOCK

Hoe zou jij het aanpakken als je merkt dat hij te veel is, dat hij ook buiten je lees- en schrijfmomentjes daar is, zoals ik al zei: te veel is, te vaak ook, ja veel te veel. Dat er meer sporen zijn dan paden. Dat je stilstaand nog steeds voortraast in je hoofd. Dat je volgen wilt maar geen voet verzet. Geen moed meer hebt om er aan te ontkomen, aan hem, aan zijn ogen, zijn handen en dan vooral wat via die ogen uit zijn handen tevoorschijn komt. En dan afgewisseld: dat hoofd – de zee – die blik – de piano – zijn snor – ijl engelachtig gezang – de waanzin – Parijs – Marie (ja, Mietje!), het handschrift waar je niet aan ontkomt en waarvan je na verloop van tijd vermoed dat het van jezelf is. Dat je dus eigenlijk merkt dat het allemaal inderdaad wat veel is.

De vraag of je er over schrijven wilt, wat je maar bedenken kunt, maar het liefst wel poëtisch. En dat ze dan meedenken en opmerkingen maken zoals: ‘Maakt niet uit joh, je giet er gewoon een sausje overheen, kneedt het tot de vorm van een 19e eeuws personage, beetje bon-ton, vleugje Zeeuws, een portie gekte doet het altíjd goed, et voilà, c’est ça: dat heb je toch maar weer mooi voor elkaar!’.

En dat je vanuit die basis helemaal los gaat en je personage laat leven zoals jij dat wilt. Maakt niet uit, buit het uit, beschimp en besmeur, verheerlijk en verleidt, maar hou het netjes. En ja het is kunst en iedereen weet hoe ze zijn, maar toch: hou het, zoals het een Zeeuw betaamt, op het droge. Naakt enkel en alleen vanuit functioneel oogpunt. Denk model, denk voortplanting. Punt. Maar ga met hem aan de haal totdat hij uiteindelijk met jou aan de wandel gaat. Volg zijn sporen, maak ze desnoods zelf, wees voor mijn part zíjn spoor. Zoals gezegd: graag wel op poëtische wijze. Vergeet dat niet.

Te veel van het goede knabbelt na verloop van tijd ongewild dan toch aan je moed. Nogmaals: hoe zou jij het aanpakken? Want het is veel, geloof me, veel te veel. En veel te veel gaat op alles lijken, wat als gevolg heeft dat het wellicht ook niets is. Snap je: té veel. Gewoonweg te vaak aanwezig, eigenlijk nooit meer zonder. Dat hij er altijd is. En er niets anders over blijft dan ruimte maken. Schrappen van gedachten, wissen van woorden tot de laatste letter weg. Geen uitdijend, alles overnemend wispelturig en opdringerig karakter meer. Geen gedicht. Enkel wat 19e eeuwse sporen

 

Ter informatie nog wat toelichting over dit onderwerp:
Samen met schrijver/biograaf Eric Matser en beiaardier Janno Den Engelsman, heb ik de afgelopen periode gewerkt aan het project ‘Het vergeten dubbeltalent’. Deze productie draait om de Zeeuwse componist en schilder Gerard von Brucken Fock (1859-1935).
We brengen het werk van de componist en schilder tot leven met een tentoonstelling, een wekelijks miniconcert op donderdag vanuit de Middelburgse Lange Jan, speciaal hiervoor geschreven poëzie, nóg een concert, én we stellen een boekje hierover samen.
Gerard von Brucken Fock was een veelzijdig man, maar was ook als persoon behoorlijk wispelturig. Het maakt deze persoon enkel maar interessanter... Echter, als je je verdiept in zijn leven en zijn werk, dan ontkom je niet aan de veelheid ervan.
Aangezien hij is opgegroeid in Middelburg (in Kasteel Ter Hooge en later op de Dam), verdient hij natuurlijk een stadsgedicht!

 

 


Aschwin van den AbeeleAugustus 2023

 

Aschwin van den Abeele
Stadsdichter van Middelburg