instagram57facebook 

Winterstad

Stadsgedicht #1 (Geschreven voor Wij zijn de stad en de Middelburgse Bode)


Je neemt de lange weg naar huis.

Je koopt een oliebol, klopt de poedersuiker van je jas, kijkt naar hoe dat wolkjes worden in de wolkjes van je adem, als gedachtewolkjes in een stripboek en hoe wolkjes altijd opgaan in de lucht. Het stelt je gerust. Je weet niet zo goed waarom. Je schrijft je naam onder een kerstkaart, je weet niet zo goed voor wie. Je schaatst, begeeft je op glad ijs, balanceren was nooit echt jouw talent, vaak heb je het gevoel dat je ergens gewoon in gevallen bent. Je staat op iemands tenen en in iemands bier bij Hometown New Years Eve, terwijl je je realiseert dat je steeds harder je best doet om niet op je ouders te gaan lijken en dat dat waarschijnlijk niet gaat lukken.

Jij neemt nog maar een extra afslag, nog steeds de lange weg naar huis.

Het fijne van een tocht door de stad is de voorspelbaarheid ervan. Dat je, als je zou willen, zou kunnen bladeren naar het einde. Het fijne van de winter is de onvermijdelijkheid ervan. Dat je, als je zou willen, zou kunnen bladeren, naar bladeren weer aan bomen.

Je bent op de markt nu aanbeland en denkt:
Als het donkerder wordt, bouwen wij blokhutten in de stad.