(geschreven en voorgedragen bij de themaweek Poëzie van de kunst en cultuur route, in samenwerking met een producer van The Beatyard)
Ik sta in het midden van mijn woonkamer en staar vooruit
ik sta daar maar en staar daar maar
om mij heen beweegt een wereld zich
een bank verandert van een driehoeksbank
naar één met pootjes voor een iets meer ruimtelijke uitstraling
er rijden auto’s om me heen met een steeds iets grotere achterbak
er rennen kinderen met een steeds iets grotere woordenschat
En ik
ik sta daar maar en staar daar maar
Om mij heen vliegen woorden door de kamer
vliegen in rondjes om me heen
over een liefde die onvoorwaardelijk is
maar toch soms per ongeluk betrapt wordt op voorwaarden
over hoe jaloezie soms ook een compliment kan zijn
en over het ontbreken daarvan
En ik sta daar maar en staar daar maar
staar recht voor me uit
Er rent ook soms een kind door de kamer
rent dwars door mijn lijf alsof ik er niet ben
een kind dat Pokémon kaartjes kocht van guldens
en die uiteindelijk weggooide omdat Jezus er verdrietig van werd
een kind dat als tiener leerde dat de andere wang de slechtste verdediging is
en zelfspot de beste
En ik sta
en ik sta
sta daar maar en staar daar maar
staar recht voor me uit
En voel me soms zoals die mensen
die nog hun oude appartement aanhouden
als ze gaan samenwonen
zo houd ik me vast aan dat stil staan
in het midden van die woonkamer
en jij
jij komt voor me staan
Er staat een weegschaaltje in de kamer waar we soms dingen op leggen.
Het klusje dat ik gedaan heb.
De woorden die jij gezwegen hebt.
en ik sta
sta daar maar en staar daar maar
staar recht voor me uit