(geschreven en voorgedragen bij het afscheid van de stadstekenaars van Middelburg)
Als er iets is waar ik enorm veel bewondering voor heb, dan is dat wel tekenen. Ik ben daar zelf niet zo’n held in. Al teken ik wel veel. Volgens mij heb ik namelijk een soort afwijking aan mijn rechterhand, waardoor altijd als ik woorden probeer te schrijven er een soort onherkenbare tekening ontstaat. En normaal gesproken is het zo dat ouders soms een ongemeend enthousiasme veinzen als hun kinderen een tekening laten zien. Ik verdenk mijn kinderen ervan dat dit bij ons andersom is. Oh ja, echt heel mooi papa. En om mezelf maar een beetje in te dekken, ik denk dat dit komt door mijn aangeboren drang om altijd een beetje buiten de lijntjes te kleuren. Maar toen ik keek tussen het werk van de stadstekenaars, zag ik dat ook zij dat wel eens doen en was ik opnieuw wat gerustgesteld. Maar wat me vooral opviel toen ik keek naar de tekeningen, is hoe goed jullie Middelburg hebben weten te vangen. En net als ik probeer te doen als Stadsdichter, hebben jullie ook de plekjes opgezocht die wat minder voor de hand liggen. En zo kwam ik erachter, eigenlijk heeft schrijven en tekenen over de stad, best wat raakvlakken. Het begint allebei met heel goed kijken. En dat hebben jullie gedaan. Dat mochten we zelfs een keer samen doen in het project over de Slechtvalk. En dat goed kijken, dat gaan wij nu doen naar jullie hele expositie. En zo leren jullie ons ook een beetje om steeds iets beter te kijken naar onze eigen stad.